Het is zonde om gebruikte vanillestokjes weg te gooien. Ze kosten veel geld en je kunt ze nog heel goed hergebruiken! Denk maar eens aan vanille-extract, vanillesuiker of vanillepoeder. Die laatste maak je door gebruikte vanillestokjes te drogen en vervolgens te malen. Vanillepoeder kun je toevoegen aan producten die nog gebakken moeten worden, zoals koekjes en cakes, of je verwerkt het in desserts, smoothies en sauzen.
Het beste kun je in één keer een heleboel vanillestokjes drogen, vermalen en in een potje bewaren. Neem dus de tijd om vanillestokjes te verzamelen. Je kunt natuurlijk ook van ongebruikte vanillestokjes vanillepoeder maken, maar dat is eigenlijk wel zonde. Het werkt tenslotte ook met uitgeschraapte vanillestokjes. Het aroma verdwijnt niet zomaar.
Hoe maak je vanillepoeder?
1. Om de vanillestokjes goed te kunnen vermalen, moeten ze gedroogd worden. Dat kun je doen in de oven. Leg de gebruikte vanillestokjes op een bakplaat en zet deze voor zo’n 15 minuten in de oven op 80 ˚C.
2. Als de vanillestokjes zijn gedroogd, plaats je ze in een keukenmachine of blender.
3. Zet de machine op de hoogste stand en ga door tot de vanillestokjes zijn gemalen. Hoe langer je het maalt, hoe fijner de vanillepoeder wordt.
En dan is de gemalen vanille klaar om te gebruiken! Net als wanneer je het merg van vanille gebruikt in producten, zal je ook bij het gebruik van deze gemalen vanille zwarte puntjes zien.
