De Nederlandse appels zijn inmiddels geoogst en dat betekent dat we dit fruit ook weer veel zullen gaan zien bij de bakker. Naast de traditionele appeltaarten, appelkoeken en appelbollen is er een nieuwe trend gaande: appelroosjes. Deze eenvoudige maar chique creatie is zeker iets wat je je gasten kunt voorschotelen. Met een snufje kaneel is een appelroosje een heerlijke winterse lekkernij.
Hoe je appelroosjes maakt? Dat zie je hieronder!

Wat je nodig hebt op appelroosjes te maken:
– Bladerdeeg
– Appels
– Abrikozenjam
– Kaneel
– Mesje of kaasschaaf
– Schaaltje
– Deegroller
– Paletmesje
– Een cupcakevorm
Bereidingswijze:
1. Verwarm allereerst de oven voor op 190 ˚C.
2. Snijd de appel met een mesje of kaasschaaf in heel dunne plakjes. Leg de schijfjes in een schaaltje met water en zet deze voor een paar minuutjes in de magnetron. Zo worden de appels zachter en zullen ze niet breken als je ze gaat oprollen.


3. Rol ondertussen het bladerdeeg uit tot een rechthoekige plak. Snijd er stroken van.


4. Bestrijk de stroken met een laagje abrikozenjam.
5. Leg de appelschijfjes op de stroken. Laat ze iets overlappen.

6. Bestrooi de schijfjes met kaneel voor een extra lekkere smaak.

7. Vouw het onderste gedeelte van de strook – die niet bedekt is met appelschijfjes – over de ander heen. Rol de plak voorzichtig op, zodat er een roosje ontstaat.

8. Plaats de appelroosjes in een ingevette cupcakevorm en bak ze in ongeveer 35 minuten gaar op 190 ˚C.


Als de appelroosjes uit de oven gekomen zijn, kun je ze voor een extra mooi effect bestrooien met poedersuiker.
