De geschiedenis van brood


Brood bestaat al duizenden jaren. Het is een van de meest gegeten producten in de wereld. Alleen al in Nederland geven we er jaarlijks ongeveer 2 miljard euro aan uit. Elk land heeft zijn eigen brood. Zo koop je in Italië de foccacia, staat Frankrijk bekend om zijn baguettes en is roti de broodsoort die je in Thailand veel vindt. Maar hoe is brood eigenlijk ontstaan? En hoe werd het vroeger bereid?



Zo’n 30.000 jaar geleden, tijdens de prehistorie, is brood ontstaan. De oermens leefde toentertijd van vruchten, vis, vlees en noten. Ook kauwden jagers op granen, terwijl ze onderweg waren naar hun volgende prooi. Ze ontdekten dat de graankorrels door het speeksel zacht werden en er een papje ontstond.

Later bedacht men dat graankorrels ook gemalen konden worden met twee stenen in plaats van met je kiezen. Met water werd hier een papje van gemaakt, dat vervolgens in de zon of op gloeiend hete stenen werd gebakken. In de harde koek werd meestal een gat gemaakt, zodat deze makkelijker opgehangen kon worden en er geen knaagdieren bij konden komen.

Zacht en luchtig brood ontstond pas in het Oude Egypte, ongeveer 2.500 jaar voor Christus. Het verhaal gaat dat een Egyptische slaaf, die dagelijks verse broden moest bakken, een restje zuur geworden brooddeeg van de dag daarvoor bij het nieuwe mengsel deed en zo ontdekte dat brood kan rijzen. Het luchtige brood
kreeg veel complimenten en sindsdien hield de slaaf altijd een beetje deeg achter voor de volgende dag.

Om het brood meer smaak te geven, voegde men bijvoorbeeld honing, dadels en amandelen toe aan het deeg. Dit luxe brood konden echter alleen de rijken zich permitteren.
Ook in de Romeinse tijd was er een duidelijk verschil tussen de armen en de rijken. De platte broden, die veel weg hebben van de pizza’s zoals we die nu kennen, werden door de elite als borden gebruikt. Zij aten alleen het beleg op, terwijl armen het brood wel opaten.

Tot de middeleeuwen bakte iedereen in Nederland zijn eigen brood. Het bakken van brood kostte veel mensen te veel kracht – het zware roggebrood moest met de voeten worden gekneed – en tijd. De opkomst van de steden zorgde ervoor dat ambachtelijke bakkers een eigen winkel openden. Het was veelal roggebrood dat ze verkochten, omdat dat een stuk goedkoper was dan tarwe. Waar vroeger nog bier- of deegresten werden gebruikt om een brood te laten rijzen, gebruikten broodbakkers in deze tijd steeds vaker zuurdesem.

In de 19e eeuw veranderde er veel. Niet alleen begonnen Nederlandse bakkers gebruik te maken van echte bakkersgist, ook werden broden aan huis gebracht met een zogenaamde ‘bakkersfiets’. Daarnaast werd in 1856 in Amsterdam de eerste fabrieksbakkerij van Nederland gebouwd. Door deze fabriek ging de prijs van brood zodanig omlaag dat ook de armere burgers tarwebrood konden kopen.

Na de Tweede Wereldoorlog schoten bakkerijen als paddenstoelen uit de grond. In 1960 waren er in Nederland maar liefst 10.139 winkels. Inmiddels is dat aantal iets teruggedrongen. Dat heeft waarschijnlijk te maken met het feit dat ook supermarkten brood zijn gaan verkopen. Toch moet je voor specialer en verser brood echt naar de bakker. Ook heb je bij een warme bakker meer keuze. In Duitsland zijn er in de welbekende konditoreien zelfs meer dan 200 soorten brood verkrijgbaar!

Follow
photos by: & , ,

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *